Voetbal International
Home / Achtergronden / Columns / Johan Derksen

'Het dreamteam van Marco van Basten'

09/06/2008 12:10

Verheugt u zich ook zo op het EK? Het is iedere keer weer een feest. We ergeren ons aan het chauvinisme van de Duitse buren, dankzij mijn Franse schoonfamilie weet ik uit ervaring dat ze er daar ook raad mee weten, maar spannen wij Nederlanders niet de kroon? Sinds de tijden van 'We gaan naar Rome' maken we onszelf voor elk groot toernooi wijs, dat we tot de favorieten behoren.

In potsierlijke kledij bezoeken we massaal de wedstrijden, we geven een vermogen uit voor kaartjes, de markt wordt overspoeld met originele, overbodige en smakeloze Oranje-hebbedingetjes, er worden straten versierd, kroegen opgetuigd, we zijn er klaar voor. Eén keer in de zoveel jaar zijn we een eensgezind en hecht volk.

Als de Oranje-koorts toeslaat! Dan zitten, zoals u in deze dikste VI uit de historie kunt lezen, zelfs Jan Peter Balkenende, Rita Verdonk, Jan Marijnissen, Geert Wilders, Femke Halsema en André Rouvoet op één lijn. Dan lopen moslims, christenen, atheïsten, republikeinen en monarchisten in oranje outfits samen de polonaise. Hoezo, een nuchter volk? En zal ik u eens wat vertellen. We kunnen Europees kampioen worden!

Bondscoach Marco van Basten beschikt over een unieke generatie spelers. Hij kent louter luxeproblemen. We hebben de keeper van de beroemdste club ter wereld en winnaar van de Champions League. Geen coach ter wereld heeft voor het middenveld de beschikking over begenadigde talenten als Rafael van der Vaart, Wesley Sneijder en Robin van Persie.

Van Basten kan aanvallend een keus maken uit de spits van Real Madrid, Liverpool, Celtic of Ajax. Ik hoor dan wel iedereen klagen over onze verdedigers, maar ze spelen wekelijks in de sterkste competities van Europa. Voetballers van Aston Villa, Hamburger SV, Blackburn Rovers en Atlético Madrid kunnen geen koekenbakkers zijn. Ik betreur de afwezigheid van Clarence Seedorf en Mark van Bommel, dat was niet nodig geweest, maar met dit elftal moet de bondscoach een goed resultaat kunnen neerzetten.

Nadat er in Zuid-Amerika, Azië en Afrika al om de hegemonie in een werelddeel werd gestreden, organiseerde de UEFA in 1960 het eerste EK. Er namen achttien landen deel, maar de belangrijke voetbalnaties Zweden, West-Duitsland, Engeland, Schotland, Italië, België en Nederland schreven zich niet in. Op 10 juli 1960 had de finale plaats in Parijs, tussen de Sovjet-Unie en Joegoslavië. De wedstrijd kreeg een politieke lading, omdat de staatslieden Chroetsjov en Tito streden om het leiderschap en de macht in het communisme. De legendarische doelman Lev Yashin bewees president Chroetsjov een geweldige dienst door met onnavolgbare reddingen de 2-1 overwinning veilig te stellen.

Vier jaar later kon Yashin zijn team niet redden. Op 21 juni 1964 verloor de Sovjet-Unie in Madrid de finale van Spanje. Zelfs het Spaanse publiek was verbaasd. Bondscoach José Villalonga, tevens trainer van Atletico Madrid, passeerde de publiekslievelingen Alfredo di Stéfano, Ferenc Puskás en Francisco Gento van Real Madrid. En hij haalde de gehate Luis Suárez terug, die net Barcelona in de steek had gelaten voor Internazionale. Zonder de vedetten won Spanje de finale met 2-1.
Nederland was er in 1968 voor het eerst bij, maar wist zich niet te kwalificeren in een poule met Hongarije, Oost-Duitsland en Denemarken. Joegoslavië hield de Italianen op 8 juni van dat jaar in Rome op 1-1, hetgeen volgens kenners te maken had met de afwezigheid van de sterspelers Sandro Mazzola en Gianni Rivera. Maar zonder deze vedetten wonnen de Italianen twee dagen later de replay met 2-0.

Vier jaar later eindigde Nederland als tweede in de poule achter Joegoslavië, vóór Oost-Duitsland en Luxemburg. Oranje speelde opnieuw geen rol. West-Duitsland was de baas in Europa, dankzij Franz Beckenbauer en Günter Netzer en natuurlijk topscorer Gert Müller die op 18 juni 1972 in Brussel twee keer scoorde tegen de Sovjet-Unie zonder Yashin, eindstand 3-0.

Na het dramatisch verlopen WK van 1974 dacht Nederland twee jaar later Europees kampioen te worden. Het werd een ramptoernooi. In de halve finale tegen Tsjechoslowakije in Zagreb kregen Willem van Hanegem en Johan Neeskens een rode kaart en Johan Cruijff een gele. Het onverslaanbaar geachte Oranje ging met 3-1 onderuit. Tijdens het toernooi nam bondscoach George Knobel ontslag, waardoor assistent Ger Blok de wedstrijd om de derde plaats coachte. Zonder Van Hanegem, Neeskens en Cruijff won Nederland met 3-2 van gastland Joegoslavië en veroverde het alsnog de derde plaats. Tsjechoslowakije won op 20 juni 1976 in Belgrado de finale van West-Duitsland, dankzij de beroemde strafschop van Antonín Panenka.

In 1980 trad Oranje onder leiding van bondscoach Jan Zwartkruis aan. Het werd geen succes, doordat de beroepsmilitair zich geen raad wist met de ongedisciplineerde voetballers. Na de uitschakeling hekelde Arie Haan de tactische knowhow van bondscoach Zwartkruis, die even later ontslag nam. Op 22 juni 1980 won West-Duitsland in Rome de finale met 2-1 van het verrassende België.

Nederland wist zich in 1984 niet te kwalificeren. Michel Platini, de huidige voorzitter van de UEFA, werd de absolute uitblinker. Op 27 juni 1984 won Frankrijk de finale in Parijs met 2-0 van Spanje. Frankrijk maakte tijdens het toernooi veertien doelpunten, Platini nam er negen voor zijn rekening. Hij overwoog zelfs op dit hoogtepunt te stoppen, maar vervolgde zijn carrière uiteindelijk bij Juventus.

In 1988 rekenden Marco van Basten, Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Ronald Koeman af met de generatie Cruijff-Van Hanegem, die nooit een prijs won. Na de aansprekende winst op West-Duitsland, werd Rusland op 25 juni 1988 in München met 2-0 verslagen. Het resultaat was een onovertroffen volksfeest in Nederland. Zelfs de bevrijding in 1945 werd niet zo uitbundig gevierd.
Dezelfde spelers, met de jeugdige Dennis Bergkamp in hun midden, wilden in 1992 opnieuw Europees kampioen worden. Er werd niet slecht gepresteerd, maar in de halve finale miste Van Basten de beslissende strafschop tegen de Deense doelman Peter Schmeichel. Vervolgens won Denemarken op 26 juni 1992 de finale in Göteborg met 2-0 van Duitsland.

Het EK in 1996 stond geheel in het teken van de machtsstrijd tegen de zwarte en blanke Oranje-spelers. Bondscoach Guus Hiddink moest zelfs Edgar Davids naar huis sturen, nadat hij zich beledigend in de media had uitgelaten. Die onrust stond goede resultaten in de weg, waardoor Oranje met 4-1 werd weggespeeld door Engeland. Op 30 juni 1996 won Duitsland in Londen de finale van Tsjechië met 2-1, na een golden goal van Oliver Bierhoff.

In 2000 presteerde Oranje, onder bondscoach Frank Rijkaard, naar behoren. In de halve finale nam Italië de strafschoppen beter. Op 2 juli 2000 won Frankrijk de finale in De Kuip met 2-1 van de Italianen, door een golden goal van David Trezeguet.

Tijdens het EK van 2004 liet bondscoach Dick Advocaat zich beïnvloeden door de massaal aanwezige media en de hype aan praatprogramma’s. Ook de onbegrijpelijke wissel tegen Tsjechië, hij haalde uitblinker Arjen Robben naar de kant en zette middenvelder Paul Bosvelt in, bleef hem achtervolgen. Outsider Griekenland won op 4 juli 2004 in Lissabon verrassend met 1-0 van gastland Portugal.

De bondscoach is de afgelopen vier jaar zichtbaar gegroeid. Alle gemaakte fouten zijn vergeven en vergeten. Hij krijgt het voordeel van de twijfel, hij krijgt een eerlijke kans. Uit deze selectie moet hij met zijn voetbalachtergrond een dreamteam kunnen componeren. Het is nu of nooit. Zijn hele beleid was afgestemd op het EK 2008. Deze spelers verdienen het om de generatie Van Basten-Gullit op hun beurt de mond te snoeren door opnieuw een grote prijs in de wacht te slepen. Ik heb er een goed gevoel over.

SPELERS

CLUBS

COMPETITIES

WEDSTRIJD

'Larsson heeft briljante genen'
De Zweedse bondscoach Lars Lagerback vertelt dat Henrik Larsson (36) vermoeid was, maar het toch tot een goed einde bracht tegen Griekenland