'Voor Van den Boog is de titel een wens, geen must'

09/02/2009 12:25

Nog nooit is een machtswisseling bij Ajax zó geruisloos verlopen als die van Henri van der Aat en Rik van den Boog. Dit in schril contrast met het voortraject, waarin voorzitter John Jaakke, algemeen directeur Maarten Fontein en technisch directeur Martin van Geel van de belangrijkste zetels binnen de club werden verjaagd.

Modder vloog over en weer, de Amsterdamse aanhang eiste rollende koppen en kréég die ook. Totdat Uri Coronel de voorzittershamer ter hand nam en Van der Aat als interim-directeur werd aangesteld. In relatieve rust zocht Coronel een permanente opvolger voor Fontein en vond die in de persoon van een grote onbekende, Van den Boog. Het nieuwe boegbeeld van de club, als we het onderzoeksrapport van dezelfde Coronel mogen geloven. En waarom zouden we dat níét doen? De meeste aanbevelingen uit dat geruchtmakende epistel zijn inmiddels uitgevoerd.

De eerste maand van zijn nieuwe werkzaamheden in Amsterdam was Van den Boog vooral een heel zwijgzaam boegbeeld. Half november mochten de vaste mediavolgers van Ajax hem even besnuffelen. De geboren Amsterdammer presenteerde zichzelf als een verbaal sterke en toegankelijke kerel met een voetbalhart. Van den Boog leerde al snel hoe het werkt bij een topclub. Uit zijn verhaal van een half uur werd vooral één opmerking uitvergroot; dat Ajax nog steeds in staat moet worden geacht de Champions League te winnen.

Daar keek hij van op, al die aandacht voor dat ene zinnetje, terwijl hij toch ook zoveel andere dingen had verteld. Daarna ­ een optreden in een door niemand bekeken talkshow van Eredivisie Live daargelaten ­ werd het stil. Tot de jaarwisseling omdat Van den Boog nog niet in dienst was van Ajax, daarna vanwege het feit dat hij zich eerst wilde inwerken. Zelfs tijdens de nieuwjaarsreceptie gingen de deuren dicht voor de media, zodat de nieuwe bewindvoerders onbespied het glas konden heffen op betere tijden.

Voor de thuiswedstrijd tegen SC Heerenveen, op zaterdag 31 januari, doorbrak Van den Boog het stilzwijgen. In het programmaboekje stelde hij zich in een column voor, waarbij hij zich leek te kunnen inbeelden dat zijn aanstelling sommigen ontgaan was. 'Zoals jullie wellicht weten ben ik op 1 januari van dit kalenderjaar begonnen als algemeen directeur van Ajax', schrijft Van den Boog in de aanhef. Op de begeleidende foto houdt hij ter illustratie het thuisshirt omhoog. Verderop in de column gaat de voormalige zakenman voor het eerst in op enkele speerpunten van zijn beleid. Om te beginnen is dat de jeugdopleiding, die hij zelf vanaf zijn twaalfde levensjaar doorliep.

'De jeugd is de toekomst, dus het is duidelijk dat de jeugdacademie een grote rol speelt in de plannen die ik heb', meldt Van den Boog. Daarnaast blijkt hij minder hoog van de toren te willen blazen dan zijn voorgangers: 'Als tweede wil ik de nadruk leggen op het begrip willen. Dit klinkt misschien abstract, maar dat is het zeker niet. In het verleden werd er wel eens gesproken over moeten. Ajax moet dit en Ajax moet dat. Het is natuurlijk: Ajax wil dit en Ajax wil dat. We wíllen kampioen worden. Heel graag zelfs.'

Van den Boog besluit zijn betoog met een oproep aan de supporters. 'Laten we alle wedstrijden als twaalfde man achter het elftal gaan staan om ervoor te zorgen dat we dit seizoen kunnen afsluiten zoals wij dat wíllen.' In dezelfde week dat Van den Boog zijn column maakte, gaf trainer Marco van Basten een interview aan de officiële website van Ajax. Toevallig kwam de wil van de spelers om kampioen te worden ter sprake. Van Basten zei: 'De wil is er wel, maar tussen willen en het uiteindelijk laten gebeuren, daar zit nog wel wat tussen.' Ware woorden, weet ook Van den Boog na de wedstrijd die erop volgen zou.

Simon Zwartkruis