Voetbal International

Home / Nieuws

'De verschillende gezichten van Louis van Gaal'

19/01/2009 08:30

Het wordt tijd dat AZ weer eens een wedstrijd verliest. Niet dat ik het team de landstitel misgun, integendeel. Want er is geen ploeg die dit seizoen constanter en aantrekkelijker speelt dan de Alkmaarders.

Maar één nederlaag moet het elftal toch kunnen lijden op weg naar het kampioenschap. Dan zullen we namelijk waarschijnlijk weer eens getuige zijn van een persconferentie waarop Louis van Gaal verbaal de strijd aangaat met zijn interviewers. Dat levert kostelijke tv op die we nu al een tijdje moeten missen, want na een overwinning is Van Gaal de vriendelijkheid zelve. Na een verliespartij kan de coach op soms onnavolgbare wijze tekeergaan tegen journalisten, die sterk in hun schoenen moeten staan om hem weerwoord te kunnen bieden.

Ook ik heb een aantal bijzondere ervaringen met het interviewen van Louis van Gaal. Ons eerste gesprek had plaats in het begin van de jaren tachtig. Ik kende Van Gaal alleen van naam. Hij speelde in die periode voor Sparta en was gymnastiekleraar aan de Don Bosco School in Amsterdam. We hadden afgesproken op de technische school voor een interview. Na mijn eerste vraag stelde Van Gaal tot mijn verbazing meteen een wedervraag. En dat gold ook voor bijna al mijn andere vragen.

Het gesprek werd dan ook geen interview, maar een discussie. Ik had daar niet zo¹n moeite mee, want ik had een aardig verhaal waarin Louis een aantal opmerkelijke uitspraken deed. Het viel me op dat zijn leerlingen die tijdens ons onderhoud af en toe langskwamen, onder wie veel leden van de F-Side van Ajax in de puberleeftijd, veel respect toonden voor hun leraar. Toen al was Van Gaal een echte leider die ontzag afdwong bij zijn pupillen.

Barry Hughes, zijn trainer in die dagen, had kennelijk niet zo¹n geweldige relatie met zijn spelbepalende middenvelder, die zijn mening soms wel érg nadrukkelijk ventileerde. Zo vond Van Gaal in de rust van een wedstrijd dat Hughes moest ingrijpen, want volgens de aanvoerder zou het anders helemaal misgaan. 'Goed', sprak Hughes bedaard, 'ga jij je dan maar omkleden.' Waarna de verbouwereerde spelmaker even later onder de douche stond. In die dagen botste Van Gaal ook nogal eens met het eigenwijze talent René van der Gijp, maar het merendeel van de selectie accepteerde zijn autoriteit.

Pas tijdens het EK van 1992 in Zweden had ik het volgende interview met Louis van Gaal. Hij was inmiddels trainer van Ajax en analyseerde voor VI het toernooi. Louis was in Gothenburg en logeerde met zijn eerste vrouw in een hotel waar het gesprek plaatshad. Hij had een messcherpe analyse van de eindronde, maar wilde de tekst vóór publicatie graag eerst even lezen. Dat moest dan maar op mijn laptop in mijn hotelkamer, waar Van Gaal het artikel aandachtig doorlas. Hij had nauwelijks aanmerkingen, totdat de perfectionist opmerkte: 'Volgens mij is dit een pleonasme.' Ik keek de zin na en verdomd, Louis had gelijk. Maar gelukkig had hij verder amper correcties, zodat ik opnieuw een spectaculair verhaal had. Want Van Gaal had heel wat op te merken over het niveau van de EK- eindronde.

In de jaren negentig werkte ik behalve voor VI ook voor het NOS-radioprogramma Langs de Lijn. Als ik een wedstrijd van Ajax versloeg, moest ik na afloop meestal live Van Gaal interviewen. Want dat leverde boeiende gesprekken op, wisten ze ook op de redactie in Hilversum. Ik was daar niet zo blij mee, want meestal was de trainer het totaal niet met me eens; ik had het allemaal weer verkeerd begrepen, ik snapte er niets van. Meestal hoorde ik de regisseur van Langs de Lijn dan via mijn koptelefoon grinniken.

Op 31 januari 1993 was het weer eens zover, ik versloeg Go Ahead Eagles-Ajax. In die periode presteerden de Amsterdammers niet geweldig - de ploeg zou als derde eindigen, achter Feyenoord en PSV. Go Ahead zorgde nogal eens voor verrassingen in De Adelaarshorst tegen de topclubs. De Deventer club had een aardig elftal, met onder anderen het talent Paul Bosvelt. Het zag er dan ook naar uit dat Ajax een moeilijke middag tegemoet ging, zodat het interview met Van Gaal wel weer een moeilijke affaire zou worden. Het liep anders.

Dankzij goals van Dennis Bergkamp, Frank de Boer, Edgar Davids, Wim Jonk en Marciano Vink (twee) werd het liefst 0-6. Opgelucht stond ik na afloop klaar in de catacomben om Van Gaal te interviewen. De trainer zou ongetwijfeld monter het duel analyseren. In het inleidende praatje zei ik dan ook dat Ajax ongetwijfeld enorm tegen het duel had opgekeken, maar dat Go Ahead Eagles helemaal geen tegenstander van formaat was gebleken. Een makkie eigenlijk. Daarop hield ik de microfoon relaxed voor de mond van Louis.

Maar die reageerde tot mijn verbijstering met: 'Daar ben ik het helemaal niet mee eens.' Hoezo dan?, vroeg ik aarzelend en niet begrijpend. 'Omdat Go Ahead helemaal niet zo slecht heeft gespeeld en het ons bepaald niet gemakkelijk heeft gemaakt', antwoordde Van Gaal. Zo ging het gesprek nog een minuut of vier door, ik had er allemaal weer niets van begrepen volgens Louis. Na zijn lovende teksten voor Go Ahead kreeg je bijna de indruk dat Ajax had verloren. Nadat het gesprek eindelijk was afgelopen, stond het zweet op mijn rug. Van Gaal had me op niet mis te verstane wijze de les gelezen. Ik kreeg de indruk dat ze in de studio in Hilversum op de grond lagen van het lachen.

Tot 2005 was dat mijn laatste verbale ervaring met Louis van Gaal. Sindsdien volgde ik hem op de voet bij tv-interviews en was ik blij dat ik niet in de schoenen van de verslaggever stond. Want vrijwel elk gesprek leverde een agressieve Van Gaal op die de betrokken journalist niet zelden te kijk zette. Legendarisch werd zijn uitspraak ten opzichte van VI-journalist Ted van Leeuwen in 1996: 'Ben ik nou zo slim of ben jij nou zo dom?', terwijl Van Leeuwen toch een heel logische vraag had gesteld. Ook botsingen met collega's waren soms spectaculair. Met Ron Jans had Louis van Gaal zelfs tot twee keer toe een daverende aanvaring.

Halverwege 2005 probeerde ik een beeld te schetsen van de mens áchter de trainer in de rubriek Leven zonder voetbal. Want vrijwel iedereen met wie Van Gaal nauw had samengewerkt, riep het beeld op van een warme, sociale man die zich als het ware het leed van zijn medewerkers persoonlijk aantrok.

Louis was bereid aan de rubriek mee te werken en leverde een aantal opmerkelijke uitspraken. Zo antwoordde hij op de vraag Voor het laatst gehuild met: 'Toen mijn vrouw overleed in 1994.' En op de vraag Gelooft u in God? met: 'Vroeger dacht ik nog dat er een god bestond, maar door het overlijden van mijn vrouw en de wijze waarop geloof ik dat niet meer.' Van Gaal raakte duidelijk geëmotioneerd en liet daarbij de menselijke kant van zijn persoonlijkheid zien. Hij werd daar aanzienlijk sympathieker door. Waarom kan Van Gaal zich in tv- en radio-interviews ook niet wat meer blootgeven? Dat zou hem bij de voetballiefhebbers een veel beter imago geven dan van de uiterst snel geïrriteerde coach die ruzie zoekt met journalisten.

Zijn vakmanschap wordt al door iedereen erkend. Als daaraan een voor de buitenwacht herkenbare, warme persoonlijkheid wordt gekoppeld, kan de trainer aanzienlijk populairder worden dan hij nu is. Laat Louis van Gaal afscheid nemen van zijn kribbige imago met nog één persconferentie na een nederlaag waarop hij ongezouten tekeergaat, om daarna op gepaste wijze landskampioen te worden met AZ. Zonder die verbale oorlogjes met journalisten.

Bert Nederlof

SPELERS

CLUBS

COMPETITIES

WEDSTRIJD

'Als je 2-0 achterstaat tegen de aanstaande kampioen mag je tevreden zijn als je gelijkspeelt'
Danny Koevermans hielp PSV aan een 2-2 gelijkspel tegen AZ, dat volgens hem de titel van de Eindhovenaren gaat overnemen (Studio Sport)