Als een trein voorbij rijdt, ontstaan kleine trillingen in de bodem - een soort golfbeweging die zich ondergronds voortzet. Fundamenten van gebouwen, vloeren en muren nemen sommige trillingen over en komen heel licht in beweging. Hoe groter de afstand tot het spoor, hoe zwakker de trillingen. Op meer dan 50 meter afstand worden geen hinderlijke trillingen verwacht.

De mate waarin de bodem trilt, is verder afhankelijk van de spoorbaanconstructie, de treinsamenstelling en de rijsnelheid van de trein, de samenstelling van de bodem en het grondwaterpeil, maar ook van de constructie en fundering van een gebouw waarin men zich bevindt.

SBR-richtlijnen

De Hogesnelheidslijn (HSL) wordt getoetst aan de door de Stichting Bouwresearch (SBR) opgestelde richtlijnen, die criteria geven voor het meten en beoordelen van trillingen. De SBR-richtlijn 'hinder voor personen' geeft streefwaarden waaraan voldaan moet worden wil er geen sprake zijn van hinder.