Publiek > Spoor- en stationsprojecten > HSL-Zuid > Toptechniek > 

Spoor

Ballastloos spoor of Rhedaspoor en 'longrail'

Voor bijna het hele HSL-Zuid tracé (met uitzondering van de aansluitingen op bestaand spoor en het deel in Noord-Brabant tot de Belgische grens) is gekozen voor zogenoemd ballastloos spoor als stabiele basis van de spoorstaven. Bij ballastloos spoor worden rails en dwarsliggers niet op een ondergrond van stenen gelegd, zoals bij ballastspoor, maar verankerd in betonplaten die op de zettingsvrije platen worden gestort. Dit maakt het spoorsysteem zeer stijf en sterk. Meer voordelen van ballastloos spoor zijn: lange levensduur, gering onderhoud en minder slijtage van rails en wielen doordat stof en steengruis nagenoeg ontbreken.

Deze ballastloze constructie, waarbij het spoor in beton wordt verankerd, wordt aangelegd volgens de 'Rheda-2000'-methode. Het consortium Rheda 2000 v.o.f. (bestaande uit Bam Civiel, Bam Rail en de Duitse firma Pfleiderer, welke laatste firma patent heeft op het spoorsysteem) heeft het patent op deze constructiewijze (de naam Rheda-2000 slaat overigens op het Duitse plaatsje Rheda, waar in 1972 voor het eerst dergelijk ballastloos spoor, een voorloper op de voor de HSL-Zuid toegepaste techniek, werd toegepast).

Hoe wordt ballastloos spoor aangelegd?